De afgelopen weken kreeg ik regelmatig de vraag waarom ik de stap gezet heb, naar een vaste baan, in het onderwijs en ook ‘waarom het mbo?’ In de kennismakingen met de teams van het Techniek College Rotterdam schetste ik mijn achtergrond en daarin zit het antwoord op die vraag.
Ik ben geboren en getogen in Eindhoven, in een warm, ondersteunend gezin. Mijn moeder was thuis totdat mijn broertje en ik naar de middelbare school gingen. Mijn vader werkte bij DAF. Hij was in mijn beleving altijd óf in de fabriek (veel overwerk!) óf aan het studeren. Van huis uit had hij die mogelijkheden niet gehad; zijn vader groeide op als wees. Via de Philips bedrijfsschool, een avondcursus middelbaar electronicus en later hogere electrotechniek ontwikkelde hij zichzelf, naast zijn werk.
De boodschap in ons gezin was altijd: ‘Je kunt alles wat je wil, als je er maar voor werkt’.
Mij ging dat leren gemakkelijk af. Ik haalde mooie cijfers en kwam met goede rapporten thuis. En dat werd ook altijd gewaardeerd. Mijn neef Johnny was minder ‘slim’. Na de LOM-school wilde hij automonteur worden. Daarvoor moest hij LTS-C halen. Johnny groeide op in een gezin zonder vader. De feedback thuis, op zijn droom was ‘zet het maar uit je kop, dat kun jij nooit’.
Maar Johnny wist wat hij wilde. Bij mijn ouders was hij altijd welkom. Hun boodschap was ‘als jij dat wil, dan gaat dat lukken.’ Zoals ik het heb onthouden, was Johnny veel bij ons; mijn vader hielp hem dan met zijn schoolwerk. En als ik met een goed rapport thuis kwam, hoorde ik regelmatig: ‘Gefeliciteerd meid, weer goed gedaan. Fijn dat het zo goed gaat. Heb je het rapport van Johnny ook gezien? ‘
Johnny’s prestaties waren vaak de ‘meetlat’ bij ons thuis. En ik heb dat altijd als volkomen terecht ervaren. Zo werd de boodschap in ons gezin dus: ‘Prestatie is goed en het gaat vooral ook over wat je ervoor hebt moeten dóen’.
Inspanning werd beloond. Dat heeft mij gevormd tot wie ik ben en hoe ik in het leven sta. ‘Ik kan het niet’ bestaat voor mij niet. Daar wil ik ook niet aan. ‘Ik wil het niet’ overigens ook niet! Als je niet wil, vraag jezelf dan af of je op de juiste plek zit. Ga dan op zoek naar jouw talent, naar datgene waar je wèl voor wilt gaan.
Johnny is nu John. John is werkvoorbereider in de elektrotechniek. Via assistent monteur, 1e monteur en meewerkend uitvoerder is hij er gekomen. John had iemand die hem zág, die in hem geloofde. Die hem steunde om zijn droom achterna te gaan.
Dát maakt het onderwijs zo mooi en misschien het mbo wel in het bijzonder. Het doet ertoe. In iedere klas zit er wel een Johnny. Het maakt een verschil als ze gezien worden.